Angststoornis.

Angst is een pijnlijk gevoel van onbehagen en van een mogelijk dreigend gevaar. Als de omgeving geen aanleiding geeft voor angst, spreekt met van een angststoornis. Iedereen is wel eens angstig. Maar bij een angststoornis is die angst ongegrond: de omstandigheden vormen geen aanleiding voor de angst. Door een angststoornis gaat men op den duur doodgewone situaties vermijden. Een normaal leven leiden wordt dan moeilijk. De gevolgen van een angststoornis kunnen zeer ernstig zijn, zoals vereenzaming en alcoholmisbruik, ook voor partner/familieleden.

Hiernaast spelen gespannenheid, overdreven alertheid en piekeren een grote rol.

Gespannenheid
De gespannenheid uit zich zowel in psychologische als in lichamelijke klachten. Daarnaast heeft men vaak last van spierpijn, rug- en hoofdpijn die alle het gevolg zijn van te strak aangespannen spieren. De hoofdpijn is alsof er een strakke band om het hoofd zit. De pijn in de rug bevindt zich meestal onderin. Vaak ben je voortdurend moe.
De meeste lichamelijke klachten zijn het gevolg van angst en spanning en bestaan uit kortademigheid, hartkloppingen, zweten, duizeligheid, vaak moeten urineren en diarree. Deze verschijnselen zijn meestal langdurig aanwezig.


Overdreven alertheid
Patiënten met algemene angststoornis zijn vaak overdreven alert. Zij zijn schrikachtig en hebben aan een stuk door het gevoel dat zij op de 'uitkijk' moeten zijn voor gevaar. Vanwege deze overdreven waakzaamheid kunnen zij slechts met moeite en na lange tijd wakker te hebben gelegen, in slaap vallen.


Piekeren
Piekeren is één van de belangrijkste verschijnselen van een angststoornis, maar is soms moeilijk te onderscheiden van depressieve gedachten. Men ziet alles zwaar en somber in en zal in het algemeen geneigd zijn problemen te zien, waar de meeste anderen dit niet doen. De persoon maakt zich zorgen om relatief luttele gebeurtenissen en 'ziet overal tegenop'.

Soorten angststoornissen

De term angststoornis is een verzamelnaam. Hieronder volgt een korte beschrijving van de meest voorkomende soorten angsten. Meer informatie is te vinden onder de specifieke vormen.

  • Een paniekstoornis wordt gekenmerkt door aanvallen (paniekaanval) van een steeds terugkerende, overweldigende angst. Een paniekaanval is een korte, hevige angst die vaak onverwachts optreedt. Er horen lichamelijke verschijnselen bij, zoals hartkloppingen, zweten, ademnood, duizeligheid, een beklemmend gevoel op de borst, trillen of beven, misselijkheid en opvliegers of koude rillingen.
  • Een fobie is een angst voor een specifiek object of een specifieke situatie, zoals bij angst voor spinnen of voor de tandarts. Vaak weten betrokkenen  dat de angst overdreven en ongegrond is, en toch wint de angst het bijna altijd van dit besef. Iemand met een fobie doet alles om de gevreesde situatie te vermijden. Mislukt dit, dan ontstaat een paniekaanval of extreme angst, met bijbehorende lichamelijke verschijnselen.
  • Daarentegen is bij een gegeneraliseerde angst sprake van een continue gespannenheid, waarbij mensen piekeren over alledaagse dingen, zoals gezondheid of werk. Het wordt ook wel de piekerstoornis genoemd.
  • Het komt vaak voor dat mensen een combinatie hebben van angststoornissen. Een bekend voorbeeld is pleinvrees (agorafobie), waarbij zowel paniek als sociale angst een rol kan spelen. De stoornissen staan niet los van elkaar. Soms staat de paniek op de voorgrond, soms juist angst voor sociale omstandigheden. Dan per persoon ook veranderen met de tijd.

Stoornissen die niet tot de groep angststoornissen worden gerekend, maar waarbij angstklachten wel een belangrijke rol spelen zijn de obsessief-compulsieve stoornis, posttraumatische stressstoornis en de acute stressstoornis.

 

Een angststoornis is goed te behandelen met EMDR. Zie hiervoor EMDR.